Verstrenging bestaansmiddelenvereiste en behoefteanalyse vanaf 18-08-2025: Wat is het gemiddeld gewaarborgde minimum maandinkomen (GGMMI)?

Verstrenging bestaansmiddelenvereiste en behoefteanalyse vanaf 18-08-2025: Wat is het gemiddeld gewaarborgde minimum maandinkomen (GGMMI)?

De wet van 18 juli 2025 (met ingang vanaf 18 augustus 2025) hervormt de bestaansmiddelenvereiste, zowel voor gezinshereniging met derdelanders als met Belgen (art. 5 en 14 van de wet van 18-7-2025, nieuw art. 10, §5, art. 40ter, 2de lid, 1° Vw). 

Vanaf 18 augustus 2025 wordt dit inkomensvereiste berekend op basis van een nieuwe methode, met als uitgangspunt het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI).

Wat verandert er vanaf 18 augustus 2025?

Tot nu toe werd er voor gezinshereniging vaak gekeken naar 120% van het leefloon, ongeacht het aantal familieleden dat zich bij de gezinshereniger voegde. Sinds 1 februari 2025 betekende dit concreet een inkomensvereiste van minstens €2.131,28 netto per maand.

Vanaf 18 augustus 2025 wordt echter overgeschakeld naar een gedifferentieerde berekening die rekening houdt met het aantal gezinsleden. De nieuwe referentie is het GGMMI, dat sinds 1 februari 2025 is vastgesteld op €2.111,89 per maand.

Hoe wordt het GGMMI toegepast?

Het GGMMI vormt de basis voor de berekening van de inkomensvereiste. Voor elk gezinslid dat zich bij de gezinshereniger wil voegen, wordt daar 10% bijgeteld. Dit resulteert in de volgende bedragen:

  • Gezinshereniger alleen (basisbedrag): €2.111,89
  • + 1 familielid: 110% GGMMI = €2.323,01
  • + 2 familieleden: 120% GGMMI = €2.534,27
  • + 3 familieleden: 130% GGMMI = €2.745,46
  • ...

Er wordt dus met elke bijkomende gezinslid strikter gekeken naar de financiële draagkracht van de gezinshereniger.

Belang van stabiele en regelmatige inkomsten

Het inkomen moet stabiel en regelmatig zijn. In de praktijk betekent dit dat de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) vaak kijkt naar een referentieperiode van 12 maanden om de inkomsten te beoordelen.

Let op: ook al ligt het inkomen onder het referentiebedrag, dan nog mag DVZ een aanvraag niet automatisch weigeren. Er moet altijd een individuele behoefteanalyse gebeuren waarbij onder andere wordt gekeken naar het werkverleden, het type inkomsten, de vooruitzichten en de feitelijke kosten van het gezin.

In welke gevallen geldt géén inkomensvereiste?

De wet voorziet in vrijstellingen voor bepaalde categorieën. Zo geldt de inkomensvoorwaarde niet wanneer:

  • De gezinshereniger internationale bescherming geniet in België én de familieband reeds bestond vóór de aankomst in België én de gezinshereniging wordt aangevraagd binnen 12 maanden na erkenning van de beschermingsstatus.
  • de familieband reeds bestond vóór de aankomst in België én
  • de gezinshereniging wordt aangevraagd binnen 12 maanden na erkenning van de beschermingsstatus.
  • De gezinshereniger al minstens 12 maanden een onbeperkt verblijfsrecht heeft én het gezinslid dat zich bij hem voegt een minderjarig, ongehuwd kind is én het enige familielid is dat zich vervoegt.
  • het gezinslid dat zich bij hem voegt een minderjarig, ongehuwd kind is én
  • het enige familielid is dat zich vervoegt.

Conclusie

De nieuwe berekeningswijze vanaf 18 augustus 2025 maakt de gezinshereniging strenger en meer op maat. Wie gezinsleden wil laten overkomen, moet voortaan rekening houden met een oplopende inkomensvereiste afhankelijk van het aantal gezinsleden. Er geldt eveneens een overgangsregeling waar je rekening mee moet houden.

Het is dus meer dan ooit belangrijk om vooraf na te gaan of aan de voorwaarden wordt voldaan en – indien nodig – juridisch advies in te winnen om de aanvraag optimaal voor te bereiden. Je kan hiervoor steeds beroep doen op Advocatenkantoor Stappers, gespecialiseerd in het vreemdelingenrecht.

In de kijker

Ontvang als eerste ons ​​​​​​​laatste nieuws per mail